Zoeken

Sluit zoeken
Magazine

Driving Dutch Design: Close-up Mieke van den Hout

03 October 2018

Driver Mieke van den Hout
Driving Dutch Design (DDD) helpt jong designtalent op weg als ondernemer. Mieke van den Hout is dit jaar Ă©Ă©n van deze ‘drivers’. Tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven van 20 t/m 28 oktober presenteert ze haar werk samen met de rest van haar lichting in het Klokgebouw. “Soms denken mensen dat plezier de enige reden is waarom ik designer ben. ‘Lekker knutselen’. Nee, het is gewoon keihard werken.”

Mieke van den Hout (1986) studeerde drie jaar geleden af aan ArtEZ in Arnhem met een collectie tassen. Onder de noemer van haar ontwerpstudio Mieke Lucia maakt ze tegenwoordig interieurobjecten van textiel die de akoestiek in een ruime verbeteren. “Dat is veel leuker dan tassen naaien, eigenlijk.” Ze combineert ‘esthetische uitspattingen’ met functionaliteit om tot haar prachtige, abstracte ontwerpen te komen. Als we haar spreken is ze druk bezig met haar voorbereiding voor de Dutch Design Week.

Kun je eens vertellen hoe die voorbereiding eruitziet?

“Aan de ene kant doe ik mee met het coaching traject Driving Dutch Design. Daarbij presenteer ik samen met de andere ontwerpers en studio’s die meedoen eigen werk. Dat kan iets nieuws zijn, maar ook bestaande projecten. We krijgen een mooi platform voor ons werk in het Klokgebouw, en gaan een pitch-event houden waarbij we onszelf moeten verkopen aan mensen uit het bedrijfsleven. Heel spannend. Naast DDD doe ik mee aan het project In4nite, dat nu bezig is aan haar tweede jaargang. Ik heb er een collectie geluidsabsorberende objecten voor ontworpen gemaakt van colback, een non-woven kunststof. Een mooi materiaal dat veel in de industrie wordt gebruikt, maar eigenlijk nooit zichtbaar is. Alles is in volle gang, en ik moet nog een aantal dingen maken en ontwerpen. Dat moet allemaal op tijd af zijn, want die eindstreep van Dutch Design Week komt steeds dichterbij.”

Een deadline kan het beste in mensen naar boven halen


“Dat is zeker zo. Iemand zei me laatst: ‘Al heb je een maand of een jaar voor een project, het komt altijd aan op het laatste moment.’ Zo steekt het creatieve proces gewoon in elkaar.”

Hoe ben je bij Driving Dutch Design terecht gekomen?

“Ik werd getipt door mensen die het programma eerder hebben gevolgd, en voor mij was dit een goed moment om mee te doen. Ik ben drie jaar geleden afgestudeerd en probeer mijn bedrijf beter op de rit te krijgen. Alleen komen er veel dingen op me af waar ik geen verstand of weet van heb. Het ondernemerschap zelf, mezelf presenteren, acquisitie doen, zaken die met geld te maken hebben, contracten
 Ik heb natuurlijk geen business school afgerond, en ga als creatieveling al snel in mijn veilige bubbel zitten door me alleen op mijn werk te focussen. Uiteindelijk moet dat werk wel de wereld in, maar hoe krijg je dat voor elkaar?”

Je collega-driver Bouke zei iets soortgelijks: alles dat buiten het creatieve proces valt en bedrijfsmatig van aard is, voelt als ruis in het creatieve proces.

“Dat herken ik. Een week is maar een week. Als ik een ochtend aan mijn administratie besteed, loopt dat onherroepelijk uit. Zo schuift de rest van mijn werk door en moet ik dat weer ’s avonds of op zaterdag inhalen. Het komt er bovenop, omdat je het niet als werk wilt zien en het ‘verplicht’ is.”

Welke obstakels dreven jou in de richting van Driving Dutch Design?

“Ik vind het lastig om mezelf te verkopen. De opdrachten die ik tot nu toe heb gedaan zijn vooral via via binnengekomen. Het zit niet van nature in me om te netwerken. ‘HĂ©, luister eens, ik heb echt iets geweldigs voor in jouw restaurant!’ Dat ben ik niet, maar ik moet leren om me dat eigen te maken. Het voelt nog altijd onwennig, maar gelukkig gaat het ondertussen een stuk beter. Ik zit ver in het coachingstraject van DDD, en heb geleerd dat er veel manieren zijn om salesman te spelen.”

Wat is het belangrijkste inzicht dat je er uit mee hebt genomen?

“Dat je moet proberen om van de dingen waar je bang voor bent een uitdaging te maken. In Nederland is Dutch Design heel sterk vertegenwoordigd, en ik had de angst dat ik Studio Huppeldepup nummer 500 zou worden. Als je net begint, kijk je naar hoe anderen het doen om maar binnen die lijntjes te kleuren, Ik heb geleerd dat je het vooral gewoon op je eigen manier moet doen. Ik vind het ook fijn dat mijn persoonlijke coach binnen DDD uit een totaal ander werkveld komt. Hij regelt verzekeringen bij ABN AMRO; daar weet ik natuurlijk weer niks vanaf. Soms klinken zijn adviezen wat ver van mijn bed, maar als ik er dan later over nadenk kan ik er veel uit halen. Ik laat hem mijn teksten lezen met de vraag of hij begrijpt wat ik wil zeggen. Soms is het zo moeilijk om je werk en visie uit te drukken in woorden, maar ik wil wel dat iedereen het begrijpt. Dan zegt hij: ‘Je gebruikt wel wat rare woorden. En waarom moet dit eigenlijk in het Engels? Waar kan ik lezen wie jij bent?’ Dat zijn waardevolle pointers.”

Heb je al een manier gevonden om die eye openers te implementeren?

“Ik ben daar al mee bezig. Als ik nu iets naar buiten breng op social media of mijn website aanpas denk ik: hoe zou mijn moeder dit lezen? Of mijn coach? Ben ik wel duidelijk genoeg, of ben ik er conceptuele bla-bla van aan het maken? Soms is het helemaal niet erg om to the point te zijn. Het is vooral belangrijk om een doel voor ogen te hebben. Wil ik hier iets mee verkopen, of wil ik mensen kennis laten maken met mijn werk?”

Wanneer dacht jij: ik moet iets gaan ontwerpen, ik moet iets gaan maken?

“Heel clichĂ©, maar op de basisschool was ik altijd al het knutselkindje. Sindsdien is het nooit anders geweest dan dat ik altijd iets aan het maken of tekenen was. Ik heb niet Ă©Ă©n specifiek moment gehad waarop ik dacht dat ik iets met mijn handen moest gaan doen. Het zat er van meet af aan in. Mijn ouders zijn daarin heel erg supportive geweest, maar ik heb ze weleens betrapt op de wens dat ik ‘even’ een gewone fulltime job ga zoeken. Volgens mij denken mensen soms dat ik in een fase zit.‘Wil je dan geen gezin en een normale baan?’, hoor ik dan. Nee. Ik wil juist dit. Ik heb het nu net goed op de rit! Ik heb nog steeds het gevoel dat ik dat moet verantwoorden en verdedigen. Maar ik ben het wel gewend. Mensen begrijpen ĂŒberhaupt niet zo goed wat ik doe en maak. Ze denken dat ik mijn werk zĂł leuk vind dat plezier de enige reden is waarom ik designer ben. ‘Lekker knutselen’. Nee, het is gewoon keihard werken.”

Design is een ver-van-hun-bed-show

“Inderdaad. Het is wel grappig: als ik goed nieuws heb, krijg ik al snel de vraag wat dat dan oplevert. Er moet altijd iets van geld tegenover staan, terwijl dat in mijn ogen helemaal niet het belangrijkste is. Laatst vroeg een vriend hoe het met me ging. ‘Goed’, zei ik, ‘maar wel erg druk’. Toen was zijn antwoord: ‘Ja, maar jij máákt je heel erg druk hù.’ Daar kan ik dan nijdig van worden. Alsof wat ik doet niet waardevol is.”

Waar wil je over vijf jaar zijn met je studio?

“Mijn wens is om dan volledig op eigen benen te staan. Ik heb nu nog een bijbaantje in het weekend, al heb ik daar eigenlijk geen energie of plek meer voor in mijn hoofd. Dat moet binnen een jaar echt voorbij zijn. Ik hoop tegen die tijd ook een grotere studio te hebben, want ik groei enorm uit mijn huidige. DDD heeft me geleerd dat ik wel wat groter mag denken. We hebben een aantal masterclasses gekregen over financiering en sponsoring. Ik ben daarin nog veel te bescheiden. Wie wil mij nou geld lenen? Waarom zouden ze dat aan mij geven? Ik heb het besef gekregen dat als je een goed plan hebt, je er gewoon voor moet gaan. Mensen kunnen zelf wel bedenken of ze het geld waard vinden in plaats van dat ik het voor ze invul. Mijn studio is mijn bedrijf, en met meer lef en een iets andere mindset kan ik het laten bloeien.”

Over Driving Dutch Design

Ontwerpen voor de toekomst: dat is waar Dutch Design Week om draait. Voor gedreven designtalenten organiseert initiatiefnemer ABN AMRO met BNO en DDF de masterclass Driving Dutch Design. Een traject van tien maanden waarin ontwerpers op weg worden geholpen naar het ondernemerschap. De campagne ‘Echte drive is niet te stoppen’ is een ode aan deze vormgevers van morgen.